Sigma Personeelsdiensten
Vragen?

Betermelding langdurig zieke werknemer: accepteren of niet?

Betermelding langdurig zieke werknemer accepteren of niet

Van de loondoorbetalingsplicht bij ziekte kan misbruik worden gemaakt. Laat bij twijfel het medisch herstel daarom aan het oordeel van de bedrijfsarts – en niet aan de werknemer zelf. Een recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt dit.

Een werknemer meldt vlak voor het einde van de 104 weken weer volledig herstel. Dit kan natuurlijk zo zijn, maar het kan ook een truc zijn om na vier weken herstel weer een nieuwe 104 weken ziekte in te laten gaan. Wat kan en moet je in deze situatie doen?

Nieuwe wachttijd na vier weken herstelmelding

Hoe zit het ook alweer met de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte? Als een werknemer ziek uitvalt, moet je als werkgever maximaal 104 weken zijn loon doorbetalen. Als de werknemer hersteld is en binnen 4 weken opnieuw ziek wordt, dan worden de ziekteweken bij elkaar opgeteld. Het geldt dan als één ziekteperiode. Maar als de werknemer na zes weken herstel opnieuw ziek uitvalt, gaat een nieuwe ziekteperiode in. Ook als de werknemer weer met dezelfde klachten uitvalt. Het gevolg is dat je dan opnieuw gedurende maximaal 104 weken het loon moet doorbetalen. Sommige werknemers maken hier om die reden misbruik van.

Medisch oordeel van belang

In een recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is een medisch oordeel van doorslaggevend belang voor de vraag of een werknemer is hersteld. In dit geval gaat het om een ziektewetuitkering bij UWV, maar het geldt net zo goed voor de relatie werkgever-werknemer.

De zaak draait om een schilder die ziek uit dienst is getreden. Acht dagen voor het einde van de 104 weken ziekteperiode gaat de man weer aan de slag als schilder. UWV verklaart hem hierop hersteld en beëindigt zijn uitkering. Na vier weken meldt de man zich weer ziek; op die manier hoopt de schilder gedurende een nieuwe periode van 104 weken een ziektewetuitkering te ontvangen.

Op basis van een medisch oordeel blijkt dat de man, anders dan hij zelf heeft aangegeven, toch niet hersteld te zijn gedurende die vier weken. Hiermee kan het UWV aantonen dat hij korter dan 4 weken is hersteld en de ziekteperioden aaneengesloten zijn. Er ontstaat dus geen nieuwe wachttijd van 104 weken.

Wat kan je doen?

Bij een betermelding is het wettelijke uitgangspunt dat een werknemer zelf bepaalt wanneer en of er sprake is van ziekte en van herstel. Maar bij twijfel doe je er goed aan een medisch oordeel te vragen bij de bedrijfsarts. Dit oordeel van de bedrijfsarts is dan leidend. Is de bedrijfsarts ook van mening dat de werknemer is hersteld? Dan kan je ook nog een deskundigenoordeel bij UWV aanvragen.

naar inspiratie overzicht